Een vrouw is het onderwerp van gesprek op de afdeling sinds ze overgekomen is van de intensive care. Ze heeft een uitgebreide casus. In het kort komt het erop neer dat ze lopend het ziekenhuis binnenkwam voor een gynaecologische operatie en na een zeer gecompliceerd beloop nu, na twee maanden, alleen nog maar kan knipperen met haar ogen. De prognose is dat ze nog maar zes maanden te leven heeft. 

Samen met mijn collega ga ik naar haar toe om haar te verzorgen. In het bed ligt een vrouw van middelbare leeftijd. Rondom haar allerlei slangen, infuus, sondevoeding en catheter. Ze heeft haar ogen geopend, schudt een beetje met haar hoofd en hoest. De tracheostoma pruttelt. Ik ben wat ontdaan. Natuurlijk heb ik haar dossier gelezen maar om haar zo te zien liggen, dat doet wat met me. Wat gaat er door deze vrouw heen? Wat begrijpt ze? Wat wil ze? Wat heeft het leven haar nog te bieden? Hoe voelt zij zich? Allerlei vragen komen in me op. Het communiceren gaat moeizaam. We stellen haar open vragen. Eén keer knipperen met de ogen is een ja. Twee keer knipperen is een nee.

Dan schiet er een gedachte door me heen. Misschien wil ze wel douchen na al die tijd? Ik vraag het haar en ze knippert één keer. Twee maanden lang gewassen worden met doekjes. Het lijkt me dat je daar op een gegeven ogenblik ook genoeg van hebt. En douchen, een warme straal water over je hoofd en je lichaam, de aanrakingen over je huid. Je haren wassen. Wat voor sensatie dat zal geven. Mijn collega en ik gaan ervoor. Samen halen we haar met de tillift uit bed. Dan komen we erachter dat ze nog een pyjamabroek draagt. Jeetje wat stom van ons! Weer terug in bed en nog een keer de tillift in. We proberen haar in de douchestoel te zetten, maar ze glijdt steeds onderuit. Het gaat niet lukken op deze manier beseffen we nu. We balen als een stekker, maar zij waarschijnlijk nog het meest.

Ik beloof u dat we ons best gaan doen om u toch onder de douche te krijgen

‘Ik beloof u dat we ons best gaan doen om u toch onder de douche te krijgen’ zeg ik haar. Is het niet vandaag dan morgen! We hebben een brancard nodig, die in onze grote badkamer past. Waar halen we die vandaan? Nergens is er een te vinden, rondgebeld op andere afdelingen, maar helaas. Onderweg naar de operatiekamer, waar op dat moment een patiënt naartoe wordt gebracht, ziet een collega plots een brancard op de gang bij de scopiekamer. Die kunnen we gebruiken! Zo gezegd, zo gedaan. Helaas past de brancard niet door de deur van de badkamer. Dan belt de spoedeisende hulp. Daar is een brancard die gebruikt wordt voor patiënten met brandwonden. Die mogen we wel even lenen. Die dag lukt het helaas niet meer, maar we maken onze belofte waar. Ik loop naar mevrouw toe en zeg haar: ‘We hebben er één! Morgenvroeg, dan helpen wij u onder de douche.’ Zie ik haar nu glimlachen?

Gepubliceerd door Margot Van Ark-Franken

Oncologieverpleegkundige werkzaam in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen. Een persoon die haar passie voor het prachtige vak verpleegkunde wil delen. Mensen wil inspireren en iets mee wil geven door praktijkervaringen te delen in de vorm van blogs. A new blogger is born.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: