Jongeren die gebruikmaken van de geestelijke gezondheidszorg komen in een ander systeem terecht zodra ze 18 worden. Ze moeten nu ineens eigen risico betalen. Het eigen risico is de afgelopen jaren gestegen. Daardoor ontstaat er in sommige gevallen een transitiekloof van het jeugdsysteem naar het ggz-systeem voor volwassenen. Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerde studie in Social Science & Medicine van onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Uit het onderzoek blijkt dat de stijging van het verplichte eigen risico heeft geleid tot een daling in het ggz-gebruik onder jongvolwassenen. Vooral jonge vrouwen uit gezinnen met een laag inkomen gingen minder vaak naar een psycholoog of psychiater.

Grote gevolgen

Een verhoging van het verplicht eigen risico in Nederland leidde tot een afname in zorggebruik van geestelijke gezondheidszorg (GGZ) door jongvolwassenen. Het gaat hierbij om zorggebruik zoals de psycholoog of een psychiatrische behandeling.

Deze ontwikkeling kan grote gevolgen hebben, want jongvolwassenen bevinden zich in een cruciale periode van hun leven. Daarnaast zijn psychische problemen de meest voorkomende ziekteverschijnselen onder jongeren. In veel gevallen zetten de jongvolwassenen hun behandeling als ze 18 worden simpelweg stop. De transitiekloof is dus om meerdere redenen een groot probleem.

Vooral effect op vrouwen met lagere inkomens

Meer betalen vanaf 18 heeft vooral effect op vrouwen uit huishoudens met lagere inkomens. Tussen 2011 en 2013 nam het eigen risico toe met zo’n 180 euro. Dit heeft ertoe geleid dat meisjes die op 18-jarige leeftijd eigen risico zijn gaan betalen, minder gebruik van GGZ zijn gaan maken. Van de 8,1% jonge vrouwen die gebruik maakten van de GGZ, deed gemiddeld slechts 7% dat toen het eigen risico toenam. Dit komt overeen met een daling van 13,6%. Deze daling van ongeveer 20% was het meest uitgesproken voor jonge vrouwen uit huishoudens met lage inkomens.

Ongelijkheid in toegang

De bevindingen laten zien dat ongelijkheid in de toegang tot de GGZ toeneemt wanneer het eigen risico voor jongvolwassenen stijgt. Dit gebeurt in een cruciale periode van het leven en heeft mogelijke langdurige gevolgen voor de geestelijke gezondheid en ontwikkeling van jongvolwassenen.

Deze resultaten zijn zorgwekkend omdat mentale gezondheidsproblemen de meest voorkomende oorzaak van ziektelast zijn onder jongeren. In deze periode van het leven ontstaat 75 procent van de latere mentale problemen van volwassenen. Bovendien, de financiële barrières ontstaan op het moment waarop al veel adolescenten die volwassen worden.

Bron

Lees verder op de website van de Erasmus Universiteit Rotterdam en bekijk een korte film met uitleg over het onderzoek.

Gepubliceerd door Zorgcommunity Redactie

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: