PROJECT WERKGELUK IN DE ZORG // Eveline Bouwman – organisatiepsycholoog en werkgelukdeskundige – wilde met eigen ogen zien waarom het zo gaaf is om te werken in de zorg: waarvoor al die professionals iedere dag hun bed uit komen en waar zij betekenis uit halen. Om te laten zien dat werken in de zorg niet alleen maar gaat over capaciteitsgebrek en rapporteren. Ze plaatste een oproep via social media en al snel stroomden de uitnodigingen binnen van zorgorganisaties die haar wel een kijkje achter de schermen wilden geven. Haar ervaringen deelt ze in een reeks blogs, waarvan vandaag de tweede over haar bezoek aan Abrona.

werkgeluk in de zorg_AbronaOrganisatie: Abrona, Leerhuis de Biltse Grift, Utrecht
Naam: Marieke Ettema (50)
Functie: persoonlijk ondersteuner
Sinds: 2008 (1995 bij Abrona)
Bewoners: 16 jongeren met een licht verstandelijke beperking

Over griep, aanstelleritis en het snijden van uien

Het is half vier als ik op de bel druk van een, op het oog, normaal rijtjeshuis, middenin een woonwijk in Utrecht. De deur zwaait open en ik word wat overrompeld door een enthousiaste Marieke, persoonlijk begeleider. Ik was een ogenblik vergeten dat ik niet bij een woonhuis, maar bij een leerhuis aanbelde. Een plek waar jongeren met een licht verstandelijke beperking leren zelfstandig te leven in de maatschappij.

Hectisch

In het kantoortje is het vrij hectisch; tussen de computers worden de sperzieboontjes voor het avondeten gedopt. Een opmerkelijk gezicht. Ik had verwacht dat het kantoortje alleen voor medewerkers zou zijn, maar niets is minder waar. Het blijkt, naast de woonkamer, het hart van de woning te zijn. Bewoners lopen in en uit, of blijven hangen om te kletsen met Marieke en haar collega’s.

Eerst de overdracht van diensten. Marieke sluit de deur van het kantoor; het enige moment dat bewoners even niet welkom zijn, vanwege de persoonlijke informatie die over alle bewoners wordt gedeeld. Het gaat over familieomstandigheden, werk, medicatie en psychoses. Ze discussiëren of sommige bewoners een griepje of ASR te pakken hebben. ‘ASR?’, vraag ik. ‘Aanstelleritis’, lacht een collega van Marieke.

Onkundig

Na de overdracht volg ik Marieke naar de keuken, waar Brenda, bewoner en die dag chef keuken, hulp nodig heeft bij het koken. Haar medebewoner en tevens kookmaatje is niet op komen dagen. Ik bied aan te helpen en de uien te snijden. Na mijn eerste snijbeweging kijkt ze me afkeurend aan. ‘Doe ik het niet goed?’, ‘Nee. Ik laat je zien hoe je dat moet doen. Want ik ben kok in het Landhuis.’ Ik moet glimlachen om haar directheid. Daar sta ik dan met mijn goede gedrag. Brenda houdt me nauwlettend in de gaten of ik wel netjes op haar manier snijd. Ondertussen wacht Marieke een beetje ongeduldig tot de uien de pan in kunnen. Nooit eerder voelde ik me zo onkundig met een mes en ui.

Gemengd wonen

Als de gesneden uien in de pan pruttelen, krijg ik, opgelucht, een rondleiding door het huis. Het blijken drie doorgebroken woningen te zijn. Op de eerste verdieping is een lange gang met voor iedere bewoner een eigen slaapkamer met wastafel. Douche, toilet en wasmachine delen ze.
Marieke vertelt over haar droom: het opzetten van een appartementencomplex voor gemengd wonen. Voor starters op de arbeidsmarkt, maatschappelijke opvang en uitstroom van de Biltse Grift. ‘Wij doen hier al iets soortgelijks. Er wonen twee studenten van de Hogeschool en Universiteit Utrecht. Gratis, in ruil voor aandacht voor de bewoners.’ Later die avond, zal ik één van hen ontmoeten. Een vrolijke jonge meid die bij thuiskomst een knuffel geeft aan alle bewoners en gezellig aan tafel gaat hangen. Ik zie dat ze zich echt thuis voelt. Wat bijzonder om die dynamiek te zien. Het verrijkt zichtbaar ieders leven.

Voor niets op pad

Weer bij de keuken merkt Marieke op dat bewoner Wouter al weg is met het eten voor de ouderen van Nieuw Bleyenburg. Iedere maandag en donderdag koken ze voor de achttien ouderen die daar wonen. Wouter heeft de taak het eten met de bakfiets te bezorgen. ‘Nee hoor, ik heb het eten nog niet in de bakken gedaan’, zegt bewoner en chef keuken Brenda. Marieke schiet in de lach en snelt naar de telefoon: ‘jullie mogen Wouter terugsturen. Die komt zo met een lege warmhouddoos!’.
Een kwartiertje later staat Wouter wat bedremmeld in de gang met de lege doos. Vrolijk scheppen de dames de schalen vol met eten. Brenda pest Wouter door tergend langzaam op te scheppen. Maar Marieke blijft geduldig. Wouter eveneens. En daar gaat hij weer, met bakfiets en gevulde warmhouddoos. ‘Mooi, dan kunnen we nu zout toevoegen aan het gerecht. Die ouderen mogen namelijk geen zout en wij wel!’, zegt Marieke vrolijk. Weer valt mij de ongedwongen sfeer op. Waar ik misschien wel in de stress zou schieten, lacht Marieke om de situatie. Ze regelt wel even dat het goed komt. Ik voel dat iedereen daarop vertrouwt.

Paperclip en brandgevaar

Bewoner Martijn ziet ondertussen de mobiele huistelefoon liggen op het bureau. Die telefoon is vanmiddag kapot verklaard door collega’s van Marieke. Er moet echt een nieuwe worden gekocht. ‘Geef me eens een paperclip’, zegt hij. Twee minuten later horen we: ‘zo, die doet het weer!’. Marieke schiet hard in de lach en overlaadt Martijn met complimenten. Hij straalt van oor tot oor.

Later vertelt Marieke over hun nieuwste experiment in huis: op maandagnacht is er geen slaapdienst van de begeleiders. Ze zijn wel mobiel bereikbaar. Dat gaat goed, behalve die ene keer dat een bewoner ’s ochtends pannenkoeken bakte. Hij vergat de afzuigkap aan te zetten, waardoor het brandalarm af ging. ‘Paniek dus!’, reageer ik. ‘Nee’, vertelt bewoner Martijn trots: ‘er was geen brand. Wij zetten het vuur uit, gingen elkaar roepen, belden 112 en gingen buiten staan.’ ‘Ze hebben het gewoon zelf opgelost. Gaaf hè!’, zegt ook Marieke zichtbaar trots. ‘Geef ze het vertrouwen. Dat werkt veel beter. Ze krijgen hier bijvoorbeeld de pinpas en pincode mee voor boodschappen. Er is nog nooit misbruik van gemaakt.’

Therapie

Na het eten drinken we met z’n allen koffie in de woonkamer. Een goed moment om bij te praten met alle bewoners. Waar het voor mij voelt als natafelen, merk ik dat Marieke continu blijft begeleiden. Ze herinnert sommigen aan hun therapie en legt ze uit waarom die therapie zo belangrijk is. ‘Ik snap het ook wel, maar ik word zo moe om steeds maar te moeten praten over alles,’ reageert de bewoner. Het zet mij weer met beide benen op de grond. Het lijkt zo gemoedelijk, maar er speelt zoveel.
Om 22.00 uur stapt Marieke op haar fiets. Haar dienst is al een uur voorbij. Maar het was zo gezellig bij de koffie. Ik zie haar vrolijk de straat uit fietsen. Morgen om 9.00 uur is ze er weer. En ik weet zeker, dat dat met hetzelfde enthousiasme is waarmee ze vanmiddag de deur voor mij open deed.

Dit blog is met de grootste zorgvuldigheid geschreven door Eveline Bouwman en ter akkoord voorgelegd aan Marieke Ettema. Alle personen die worden genoemd en afgebeeld hebben hier toestemming voor gegeven. Wouter en Brenda heten in werkelijkheid anders en staan niet op de foto. Bij deze wil ik Marieke, haar collega’s en alle bewoners van de Biltse Grift, nogmaals hartelijk bedanken voor hun gastvrijheid.

Wil je reageren op het verhaal? Laat je reactie dan onderaan de pagina achter of neem contact op met Eveline.


En dan nog even dit…
Leerhuis de Biltse Grift

De jongeren die in de Biltse Grift in Utrecht wonen, zijn tussen de 17 en 27 jaar met een WLZ indicatie (Wet langdurige zorg) of een indicatie vanuit de gemeente. Ze worden ondersteund om zelfstandig te leren leven in de maatschappij. De voorwaarde om hier te mogen wonen is dan ook dat de jongeren willen leren en zich daar actief voor inzetten.

Gepubliceerd door Eveline Bouwman

Eveline is werkgelukdeskundige, organisatiepsycholoog en eigenaar van Factor G. Met haar onderneming versterkt ze werkgeluk binnen (zorg)organisaties. Dit doet zij door middel van coaching, trainingen en verandermanagement zoals het aanleren van een waarderende leiderschapsstijl. Eveline ontwikkelde het ABCDE-model met de vijf factoren voor werkgeluk. Dit model wordt gemeten in het gevalideerde werkgelukonderzoek van Factor G. In 2019 loopt zij voor haar project 'Werkgeluk in de Zorg' regelmatig mee in de zorg om te zien waar zorgprofessionals gelukkig van worden in hun werk. Haar ervaringen schrijft zij in een blog, die zij publiceert op Zorgcommunity.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: