Organisatie Archipel Thuis, Wijkzorgteam Best-buiten
Naam Maria Kwint (53)
Functie Wijkverpleegkundige
Sinds 2013
Cliënten 40 thuiswonende cliënten

Over een Smart, kapdoek en Q-koorts…

De bijna 30 duizend inwoners van het Brabantse Best herkennen de blauwgrijze Smart van wijkverpleegkundige Maria ongetwijfeld direct. Behendig rijdt ze ermee door het dorp, op weg naar haar cliënten. Bewapend met schoudertas, iPad en iPhone, want alle medische hulpmiddelen zijn bij haar cliënten thuis. Er dus genoeg ruimte in de tweepersoonsauto om mij vandaag als passagier mee te nemen.

Ik voel een nieuwsgierige spanning als we om zeven uur ’s ochtends naar het eerste huis rijden. Bij wat voor type bewoners zullen we aanbellen? Komen we alleen in sociale huurwoningen? Mensen die het financieel niet breed hebben? Aan huis gekluisterd zijn?

Tikkende klokken

Veel tijd om erover na te denken heb ik niet, want na een kilometer zijn we al bij het eerste adres in een appartementencomplex voor zelfstandig wonende ouderen. Maria zoekt de codes van het sleutelkastje in haar telefoon en stapt de woning binnen. Ik voel me ongemakkelijk: de bewoonster slaapt nog en weet niets van mijn komst. Stilletjes ga ik aan tafel zitten in de woonkamer, de twee ouderwetse klokken tikken oorverdovend hard in de stilte.

Mevrouw heeft dementie en wordt wakker uit een nachtmerrie. Ik hoor Maria haar helpen terug te komen in de werkelijkheid. Ze stelt gerust, luistert naar haar angstige droom en doet de gordijnen open: ‘Kijk, het is ochtend, het zonnetje schijnt. U droomt niet meer’. Langzaam hoor ik het gesnik ophouden en is er weer ruimte voor een ander onderwerp.

Wondzorg

Ze praten over het bezoek van een jeugdvriendin en een wond die maar niet wil genezen. Als mevrouw haar niet verstaat, schakelt Maria moeiteloos van Standaardnederlands over naar Brabants: ‘Un bietje creme vur op oew erm’.

Terwijl mevrouw naar het toilet gaat, laat Maria me op de iPad een foto van de wond zien: ‘Die foto gaat naar de wondverpleegkundige, voor de beoordeling van het herstel.’ Ze kijkt me betekenisvol aan en ik doe mijn best niet geschrokken te kijken.

Door te werken als wijkverpleegkundige wil Maria zorgen dat mensen die thuis willen blijven wonen, dat ook kunnen blijven doen. ‘Met goede kwaliteit van leven,’ vult ze snel aan. Ze is in haar functie verantwoordelijk voor het voeren van intakes en evaluaties, opstellen van zorgplannen en coördineren van de zorg van mantelzorger en huisarts. Sinds kort vervult ze daarnaast ook de functie van kwaliteitsverpleegkundige: ‘Want ik ben enorm van de kwaliteit,’ verduidelijkt ze.

Rennen en stilstaan

Wie denkt dat al die taken en verantwoordelijkheden zorgen voor een gehaaste Maria, heeft het mis. Ze werkt efficiënt, maar met veel geduld. Ik merk niet eens of ze de tijd wel in de gaten houdt: ‘Jazeker, we waren 50 minuten bij deze eerste cliënt en lopen exact volgens schema. Als ik achter zou lopen op de planning, dan ren ik tussendoor wel. Ik ben namelijk nooit gehaast bij mijn cliënten’.

Kapdoek

We zien deze ochtend acht cliënten. Soms zijn we er maar tien minuten, voor het aantrekken van steunkousen. Soms zijn we er wat langer, zoals bij een dame van 92 jaar. Ze wil nog altijd zoveel mogelijk zelf doen. Dat ze hulp nodig heeft, frustreert haar: ‘Waarom worden mensen zo oud…,’ mompelt ze.

Maria staat geleund tegen de badkamermuur en kijkt hoe mevrouw zich wast met ouderwetse zeep. Af en toe geeft ze een aanwijzing. Ze wil haar cliënten zoveel mogelijk zelf laten doen. Met het kammen van haar haar mag ze helpen. Maar eerst de kapdoek met bloemenprint om haar schouders; zo blijft haar kleding schoon. Ik heb nog nooit een kapdoek gezien, maar vind het wel hip. Wat mevrouw dan weer verbaast.

Terug in de woonkamer werkt Maria het dossier bij aan tafel. Mevrouw gaat graag op de foto en knoopt snel een mooi sjaaltje om haar nek. Het is even nadenken hoe dat ding ook alweer om moet, maar dan krijgt ze de complimenten van Maria. Mevrouw ziet er weer prachtig uit.

Onrecht

Het volgende huis is een ander verhaal. Zowel man als vrouw zijn cliënt van Maria. Ze hebben pech op pech te verwerken. Zij heeft Q-koorts, hij is herstellende van een beroerte. Ze wachten al een jaar op het besluit van de gemeente om de begane grond te mogen uitbouwen met een slaapkamer. Tot die tijd is de woonkamer hun slaapvertrek. Twee bedden in het midden, de bank in de hoek geschoven. In het washok hebben ze een putje gevonden, aangesloten op het riool. Daardoor kan meneer provisorisch douchen met een soort tuinslang.

Maria vertelt me al over de situatie als we naar het huis rijden. Ze is zichtbaar boos op de gemeente: ‘Wat doen ze ze aan hè? Ongelooflijk.’ In het huis gaat ze daadkrachtig aan de slag en helpt meneer onder de douche. Ik praat met mevrouw aan de keukentafel. Ze steekt nog maar een sigaret op. Hun vijf honden snuffelen ondertussen aan me of liggen te slapen op een bed in de woonkamer. Dit is een huishouden die mijn vooroordelen bevestigt, maar ik zie en hoor nu de schrijnende verhalen erachter.

Maria blijft nuchter en doet wat ze kan als wijkverpleegkundige. Ze helpt meneer met aankleden en dient medicatie bij beiden toe. Dankbaar voor de hulp van Maria worden we uiteindelijk uitgezwaaid: ‘Houdoe!’

De afwisseling, dat het achter iedere voordeur weer anders is. Dat vindt Maria zo leuk aan haar werk. Ze weet nooit wat ze zal treffen bij nieuwe aanmeldingen. Een andere zorgvraag, andere karakters. En helaas is de situatie van het echtpaar ook de realiteit.

Pauze

Met de collega’s die ook weer op kantoor zijn, wandelt Maria naar een broodjeszaak. Ze hecht hier waarde aan, zeker door haar functie waarin ze veel alleen op pad moet. Ze is benieuwd hoe het met haar collega’s gaat en praat expres niet al te veel over het werk. Uitrusten, om ook in de middag scherp te blijven.

Kantoorwerk

De afterlunchdip bestrijdt ze met druk kantoorwerk. Ze vult de planning van het team met inzet van flexkrachten. Krijgt een telefoontje van het Catharina Ziekenhuis met een nieuwe zorgvraag, die ze tot haar spijt moet doorverwijzen, ‘omdat we geen ruimte hebben in de avond.’ Ze leest 48 mailtjes, omdat ze gisteren een hei-dag had over verpleegkundig leiderschap.

Haar laatste afspraak vandaag is een tussenevaluatie met een stagiair Verpleegkunde en haar stagedocent van Avans Hogeschool. Drie mensen met hart voor de zorg. Ze hebben het over regiebehoud van cliënten, de steeds complexere zorgvragen en dat ondanks dat je zelfstandig werkt, je collega’s maar één telefoontje van je weg zijn. Ook bij deze stagiair merk ik dat Maria zich op de achtergrond houdt. De stagiair mag haar ervaringen delen, Maria is er als het nodig is. Precies hoe ik haar deze dag heb leren kennen. Een nuchtere, daadkrachtige en empathische vakvrouw.

Als ik vertrek, leest Maria nog even de laatste mailtjes. Haar dienst zit er officieel al op, maar dit moet ook nog even. Zodat ze met een leeg hoofd naar huis kan. Natuurlijk wel in haar Smart.


Dit blog is met de grootste zorgvuldigheid geschreven door Eveline Bouwman en ter akkoord voorgelegd aan Maria Kwint. Alle genoemde en afgebeelde personen zijn met toestemming. Bij deze wil ik Maria, haar collega’s en de cliënten van Archipel Thuis, nogmaals hartelijk bedanken voor hun gastvrijheid.


Wil je reageren op het verhaal? Laat dan je reactie onderaan de pagina achter, of neem contact op met Eveline.

En dan nog dit…

Project ‘Werkgeluk in de Zorg’

Eveline Bouwman is eigenaar van Factor G, organisatiepsycholoog en werkgelukdeskundige. Ze nam het initiatief voor ‘Werkgeluk in de Zorg’, om met eigen ogen te zien waarom het zo gaaf is te werken in de zorg. Waarvoor al die professionals iedere dag hun bed uit komen en waar zij betekenis uit halen. Haar ervaringen deelt Eveline in blogs. Om te laten zien dat werken in de zorg niet alleen maar gaat over capaciteitsgebrek en rapporteren.

Gepubliceerd door Eveline Bouwman

Eveline is werkgelukdeskundige, organisatiepsycholoog en eigenaar van Factor G. Met haar onderneming versterkt ze werkgeluk binnen (zorg)organisaties. Dit doet zij door middel van coaching, trainingen en verandermanagement zoals het aanleren van een waarderende leiderschapsstijl. Eveline ontwikkelde het ABCDE-model met de vijf factoren voor werkgeluk. Dit model wordt gemeten in het gevalideerde werkgelukonderzoek van Factor G. In 2019 loopt zij voor haar project 'Werkgeluk in de Zorg' regelmatig mee in de zorg om te zien waar zorgprofessionals gelukkig van worden in hun werk. Haar ervaringen schrijft zij in een blog, die zij publiceert op Zorgcommunity.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: