Hoe krijgen we mensen gelukkig, bevlogen en gezond in alle facetten van het leven?

Dat is de vraag die centraal staat wanneer VOZ Magazine Suzanne Jungjohann interviewt over de beweging Van ZZ naar GG. Op het moment van het interview was Suzanne directeur Human Resources bij Nationale-Nederlanden. In dit interview legt ze uit hoe de Nationale-Nederlanden actief investeert in de duurzame inzetbaarheid van haar medewerkers.

Focussen op duurzame inzetbaarheid in plaats van ziekteverzuim

In het kader van het thema ‘Van Ziekte en Zorg (ZZ) naar Gezondheid en Gedrag (GG)’ wordt in deze uitgave van VOZ Magazine op verschillende plaatsen aangegeven dat ook de werkgever hier een belangrijke rol in speelt. Nationale-Nederlanden pakt deze handschoen op en is vorig jaar gestart met een vitaliteitsprogramma voor de medewerkers. Kunt u toelichten wat u beoogt met dit vitaliteitsprogramma en hoe deze is opgezet?

Jungjohann: “Bij Nationale-Nederlanden houden we ons op twee manieren bezig met gezondheid, in de rol van verzekeraar voor onze klanten en hun medewerkers en particuliere klanten, en daarnaast natuurlijk ook als werkgever van duizenden mensen. Kijk je naar onze rol als werkgever dan zie je dat met een kleine 10.000 mensen die bij ons in Nederland werken, er verschillende generaties vertegenwoordigd zijn. Je ziet ook dat het type klachten verandert als je de oudere generatie vergelijkt met de jongere. Waar de oudere generatie vaker lichamelijke klachten heeft, zien we bij de jongere collega’s een toename van druk vanuit de sociale omgeving”.

“We hebben te maken met een terugtredende overheid en mensen worden zelf verantwoordelijk gehouden voor hun gezondheid. Als werkgever willen wij daarom ook actief een rol oppakken. Mensen brengen immers veel tijd door op hun werk, dat is een heel cruciale plaats om aandacht te hebben voor gezondheid en vitaliteit. Ook bij Nationale-Nederlanden is dit een thema, bijvoorbeeld als het gaat om duurzame inzetbaarheid van onze collega’s. Ik zeg nadrukkelijk duurzame inzetbaarheid in plaats van ziekteverzuimbeleid, omdat we hiermee beogen preventief te zijn en zoveel mogelijk te voorkomen dat collega’s uitvallen. Vanuit deze ambitie zijn wij vorig najaar een pilot gestart met het vitaliteitsprogramma voor onze medewerkers, dat na toetsing op effect en het opnemen van de leerpunten de basis kan worden voor een product voor onze klanten en hun medewerkers”, vult Jungjohann aan. “De start van het programma was een analyse van de gezondheid van een collega. De persoonlijke uitdagingen zijn voor iedereen anders. Dit kan zijn op het terrein van mentale vitaliteit, fysieke gezondheid of meer op het vlak van de werk-privé balans. We stellen dan vragen als Wat vind je belangrijk in je leven en in je gezondheid? Als tweede stap biedt het programma coaching, training en workshops, en begeleiding, inclusief een fit tracker om de pols, om de voortgang te monitoren. Dat sluit goed aan bij het thema van deze uitgave: Van Ziekte en Zorg naar Gezondheid en Gedrag. Het vitaliteitsprogramma richt zich vooral op het gedrag en welke invloed je zelf hebt om je eigen gezondheid te bevorderen.”

 

Bevlogenheid, eigenwaarde en vitaliteit

Het vitaliteitsprogramma is door Nationale-Nederlanden opgezet als pilot, met daaraan gekoppeld een onderzoek dat samen wordt uitgevoerd met het Innovatieteam. Hierbij wordt het nut van het vitaliteitsprogramma onderzocht. Zijn er op dit moment al uitkomsten uit dit onderzoek, die relevant zijn om met onze lezers te delen?

Jungjohann: “Die zijn er zeker. Onze eerste vitaliteitspilot is nu afgerond en we hebben de effecten kunnen meten door twee groepen met elkaar te vergelijken. Een groep van ruim honderd collega’s, die aan het programma heeft deelgenomen, en een controlegroep van vergelijkbare omvang die niet heeft deelgenomen. Beide groepen hebben we een vragenlijst in laten vullen. Uit deze meting zijn drie effecten zichtbaar:

1. de bevlogenheid van de deelnemers aan het programma is toegenomen

2. de eigenwaarde is sterk verhoogd

3. en er is een beperkte stijging van vitaliteit met name op fysiek gebied

Het programma was zeker nog niet perfect, maar deze resultaten helpen ons wel om verder te gaan met onderzoek. Met de lessen die we in de eerste pilot hebben geleerd, willen we bij verdere positieve resultaten een nieuw programma op korte termijn gaan toetsen in een externe pilot met andere werkgevers in verschillende sectoren”.

UWV, gemeenten, professionals en cliëntorganisaties afspraken gemaakt die eraan moeten bijdragen dat mensen met een psychische kwetsbaarheid vaker aan werk komen en dat werk ook behouden. Is er binnen Nationale-Nederlanden een specifieke visie rond de zorg voor werknemers, die op een bepaald moment te maken hebben gekregen met een psychische aandoening zoals burn-out?

Jungjohann: “Dat is lastig uit elkaar te trekken, omdat we in de praktijk vaak zien dat een combinatie van factoren kan leiden tot ziekte. Bijvoorbeeld, iemand ervaart werkdruk en ineens wordt een familielid ziek en moet diegene plotseling ook mantelzorg verlenen. Een ander voorbeeld is dat iemand zich fysiek niet fit voelt en er ook huwelijksproblemen ontstaan. Juist vanwege deze combinatie van factoren richten wij ons op verschillende thema’s zoals ook mentale vitaliteit. Dat doen wij zoals ik eerder aangaf vanuit onze visie op Duurzame Inzetbaarheid”.

“In onze visie op duurzame inzetbaarheid en het vitaliteitsprogramma gaan wij steeds uit van het individu. Als we het bijvoorbeeld hebben over burn-out, dan is dat zeer individueel bepaald. Denk bijvoorbeeld aan een jonge medewerker van 30 jaar met een uitdagende job, die een gezin, sport en een sociaal leven goed kan combineren, terwijl iemand anders van dezelfde leeftijd te veel druk ervaart vanuit de omgeving. Daarom is het van groot belang per individu te kijken naar de combinatie van vitaliteitsaspecten, waar het mentale aspect er zeker een van is”, licht Jungjohann toe.

 

Werken is gezond

In het kader van psychische kwetsbaarheid staat depressiepreventie bij het ministerie van VWS hoog op de agenda: “Depressie is een van de zes speerpunten van het preventiebeleid. Het gaat om een belangrijk probleem voor de volksgezondheid: per jaar maken ruim 800.000 mensen een depressie door. Depressie staat al jaren in de top vijf van aandoeningen met hoogste ziektelast en hoogste ziektekosten. Psychische aandoeningen zijn een belangrijke oorzaak van langdurig ziekteverzuim.

”Hoe kijkt u aan tegen deze ontwikkeling? Ziet u hiervoor een rol voor de werkgever, bijvoorbeeld door inzet van het vitaliteitsprogramma? En welke verantwoordelijkheid ziet u bij de werknemer zelf? Zijn er wat u betreft ook nog andere partijen die zich dienen in te zetten, om deze tendens te keren? Welke aanbevelingen heeft u aan zorgprofessionals en beleidsmakers om de verbinding zorg en werk/arbeid te versterken? Denk hierbij ook aan de toename van mensen met een chronische aandoening. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat ook mensen met een chronische aandoening langer aan het werk kunnen blijven en daarbij een goede kwaliteit van leven blijven ervaren?

Jungjohann: “Ik maak me zorgen over hoeveel mensen vaak ongewild en ongelukkig thuis komen te zitten. Er komen steeds meer onderzoeken beschikbaar over hoe gezond werken voor mensen is. Door te werken neem je deel aan de samenleving, je levert een bijdrage aan een organisatie, je bent onderdeel van een team, je hebt structuur in je leven, je krijgt erkenning, enzovoort. Als iemand thuis komt te zitten, dan is dat allemaal een gemis”.

“Daarom vond ik de uitkomsten van het vitaliteitsprogramma zo inspirerend. Als we het namelijk hebben over bevlogenheid, dan hebben we het over dat een medewerker lekker in z’n vel zit in zijn werk in de context van de werkgever. En als werkgever wil je dat ook, bevlogen mensen zijn over het algemeen productiever, ze letten ook beter op kosten en er vinden minder ongelukken plaats. Het andere resultaat met betrekking tot de eigenwaarde van medewerkers houdt verband met dit mentale aspect. Wanneer iemand zijn eigenwaarde toeneemt, wordt de kans op zoiets als een burn-out of een depressie kleiner”.

Jungjohann gaat verder: “In onze organisatie hebben we dat tot uiting gebracht door te investeren in onze collega’s en hun gezondheid. Daarin zie je onze waarde You Matter terug. De toename van de eigenwaarde, die we zagen in het vitaliteitsprogramma, laat zien dat we de goede groep deelnemers te pakken hadden. Bij de start bungelden zij onderaan wat betreft eigenwaarde, een half jaar later was hun score gemiddeld. Dat is You Matter in de praktijk”. “Op dit moment houden veel werkgevers zich voornamelijk bezig met de medewerker tussen 9 en 5 en de zorgsector richt zich juist op de ziekte of gezondheid. Dat zouden wij idealiter bij elkaar moeten brengen, zodat de zorg meer zicht krijgt op de gezondheid van de cliënt in zijn of haar werkomgeving. De vraag die wat mij betreft centraal staat is “Hoe krijgen we individuele mensen met hun individuele uitdagingen bevlogen en gezond?”.

Is er nog een specifieke ‘call to action’ richting de politiek, overheid en/of onze overige lezers, die u rond dit thema op deze plaats zou willen doen? Zijn er bijvoorbeeld enkele knelpunten te benoemen waar werkgevers, hulpverleners en/of beleidsmakers tegenaan lopen? En heeft u mogelijk aanknopingspunten hoe met deze knelpunten om te gaan?

Jungjohann sluit af: “Richting werkgevers zou ik de oproep willen doen, richt je vooral op wat iemand wel kan. Het bevordert het re-integratieproces, ook wanneer iemand bijvoorbeeld door een ernstige aandoening enige tijd niet in staat is te werken. Wanneer je direct vanaf het begin je richt op de vraag; “Wat kan je wel?” creëer je de mogelijkheid om iemand betrokken te laten zijn en daarmee maak je de terugkeer voor die persoon en zijn of haar collega’s aanzienlijk makkelijker”.

“Richting politiek en beleidsmakers zou ik willen zeggen, investeer in mensen, maak het mogelijk dat de zorgsector aansluiting vindt bij de werkgevers, uiteraard binnen de mogelijkheden van wet- en regelgeving en privacy. Meet ook de resultaten. Dan is direct zichtbaar wat het oplevert. Door aan de voorkant te investeren, faciliteren we ook dat mensen langer gezond kunnen blijven. Een preventieve aanpak is daarbij van wezenlijk belang. En niet op de laatste plaats vind ik snelheid erg belangrijk. In een rijk land als Nederland moeten we in staat zijn mensen snel te helpen zodat geluk, gezondheid en inzetbaarheid zo snel mogelijk herstellen in tijden van ziekte”.

Gepubliceerd door Zorgcommunity Redactie

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: