Begeleidster Aziza zegt in een interview: ‘Ik ben niet zo goed met computers. Ik doe 30 minuten langer over rapporteren dan mijn collega’s’. Stel je voor, deze begeleidster gaat op een computer- en of typecursus (of leert mondeling rapporteren). Opleidingstijd is apart begroot binnen teams en het jaarbudget wordt zelden volledig benut, dus waarom zouden we die niet besteden aan dit soort cursussen? Ik reken je voor:
De feiten
- Een gemiddelde medewerker werkt 28 uur. Stel dat dat verdeeld is over 5 diensten per week.
- Als we de vakantie eraf halen zijn dat zo’n 47 x 5 diensten per jaar.
- Een begeleider rapporteert minstens één keer per dienst. En door de cursus rapporteert Aziza de begeleidster 30 minuten sneller dan nu.
- Dat is 47 weken x 5 diensten x 30 minuten bespaard op rapportage.
- Dit komt neer op 7050 minuten meer voor de cliënt.
- Per jaar is dat 117,5 uur.
- Dat zijn op basis van een werkdag van 5,6 uur precies 21 diensten per jaar.
- Stel dat ze drie dagen per jaar ziek is door de gigantische werkdruk. Dan blijven er achttien diensten over.
- Achttien diensten om samen in de woonkamer een spelletje te doen met haar cliënten.
- Achttien diensten om samen naar de Efteling te gaan of kleding kopen in het dorp met Henk.
- Dat zijn 100,8 uren per jaar om samen met Evy te oefenen met het opmaken van het bed, of Martijn te leren hoe hij zijn financiën zelf kan beheren.
Eén medewerker die 30 minuten per dienst sneller rapporteert, betekent dus 100,8 uur per jaar om dingen te doen met de cliënt!
Mijn organisatie heeft 10.000 medewerkers in het primaire proces. Als duizend daarvan digibeet zijn (en dat blijkt uit de meting) zijn er met de computercursus al 100.800(!) uren voor de cliënt gecreëerd.
Maar deze medewerker Aziza, die zoveel uur per jaar meer aan rapporteren besteedt, maakt ook boodschappenlijstjes op papier, mailt met ouders, instanties, collega’s en artsen, en registreert ook de medicijnuitgave. Ook daarbij kan ze met computervaardigheden tijd besparen! Als we dat in minuten, uren en dagen per jaar gaan kwantificeren, dan komt die tijd er nog eens bovenop. Maar dat bespaar ik jullie.
Rekenfoutje?
Stel dat er een afrondingsfoutje in mijn berekening zit. Stel dat ik mee had moeten nemen dat ze in het weekend soms met een collega samen een dienst draait en niet hoeft te rapporteren? Stel dat ze na de cursus nog steeds vijf minuten langer over rapporteren doet dan collega’s omdat ze wat trager is in het verwoorden van haar gedachten op papier? Dan zijn het nog steeds heel veel uren die bespaard hadden kunnen worden op digitale activiteiten en die besteed hadden kunnen worden aan de cliënt.
Ik zeg: alle zorgmedewerkers digivaardiger maken!
