Het kantoor van de VGZ in Arnhem is goed bereikbaar, was van te voren gemeld. Behalve op die avond blijkbaar. De parkeergarage is overvol en pas na drie kwartier wachten, was er ruimte en dan blijkt dat de ingang van dat kantoor ook niet zo eenvoudig te vinden is. Al met al is het debat dat de VGZ organiseert over de toekomst van de ouderenzorg al lang begonnen als ik binnenkom. En dat is jammer, want er is veel te bespreken. En als je laat binnenkomt dan weet je niet of je de discussie wel helemaal goed doorhebt. Dus misschien heb ik het wel niet helemaal begrepen.  Dus deze column is onder voorbehoud van juist begrip.

De VGZ heeft een aantal deskundigen uitgenodigd die allemaal hun visie geven op de ouderenzorg. Het thema is “Langer thuis kans of noodzaak”. Dat thema is natuurlijk goed gekozen, door de feitelijke sluiting van de verzorgingshuizen is er intramuraal weinig plek voor ouderen die enige vorm van zorg nodig hebben. Thuisblijven is voor veel ouderen dan ook niet een kwestie van keuze, maar het kan vaak niet anders. Toch biedt die dwangsituatie ook kansen om nu eens echt werk te maken van zorg thuis.

De deskundigen lijken een beetje cliché: de onderzoeker stelt vast dat onderzoek belangrijke kennis kan opleveren en pleit dus voor meer onderzoek, de moreel betrokkene deskundige stelt dat je ervoor moet zorgen dat ouderen zich altijd thuis voelen, waar ze ook gehuisvest zijn, de marketeerster ziet overal kansen en mogelijkheden, zoals het hoort in de marketing. Daarnaast zijn er mensen van instellingen die het opnemen voor de VGZ. Maar ja, de vraag is of ze het opnemen voor de VGZ omdat de VGZ hen gelden heeft toegekend of omdat de VGZ inderdaad een aantal goede beslissingen heeft genomen.

Een eigen opvatting van de VGZ lijkt niet ter discussie te staan; de deskundigen zijn naar voren geschoven om hun opvattingen naar voren te brengen. De zaal kan – puttend uit eigen ervaring – zaken inbrengen die gaan over de kansen en mogelijkheden met betrekking tot die ouderenzorg.

Een keur van zinnige zaken komt voorbij.

  • Een verpleegkundige heeft een onderzoek gedaan naar het feit dat mensen niet tijdig beginnen met het nadenken over ‘het oud en gebrekkig zijn’. Als we dat eerder doen kunnen woningen sneller worden aangepast en kan veel ellende worden voorkomen, omdat mensen dan veel eenvoudiger langer thuis kunnen blijven wonen.
  • Het ontbreken van goede mogelijkheden voor bekostiging van nieuwe initiatieven wordt genoemd als een belangrijke verklaring voor het feit dat initiatieven niet van de grond komen. Dit wordt natuurlijk genuanceerd door degenen die van de VGZ wel geld hebben gekregen.
  • Lef wordt genoemd als een factor die veel goeds zou kunnen brengen. Bestuurders en zorgmedewerkers moeten veel meer lef laten zien. Ongetwijfeld is dat waar, veel regels kun je best tijdelijk of langere tijd aan je laars lappen als je daar goede redenen voor hebt. Minder regels is sowieso een trend, daar kun je op meeliften. Maar dat veronderstelt wel dat je uit je comfortzone komt en wat is er lastiger dan dat?
  • Een spreker meldt dat hij bij de VGZ met een goed initiatief voor verbetering van de ouderenzorg werd afgeserveerd met de opmerking ‘dat is toch kansloos’. Dat lijkt me knap frustrerend, als je verhaal zo wordt neergesabeld, zonder enig inhoudelijk argument.
  • De businesscase is blijkbaar heilig bij de VGZ, dat is wel een veelgehoorde opvatting. Het wordt gemeld door mensen die als ik het goed begrijp geen geld hebben gekregen, dus ik neem aan dat de VGZ onvoldoende vertrouwen had in het financiële verhaal. Relatief teveel verwachte kosten, en te weinig verwachte opbrengst, zoiets moet het zijn.
  • Een interessante gedachte zou misschien kunnen zijn om meer zorgvormen als het Rosa Spierhuis te realiseren. Het Rosa Spierhuis is speciaal voor kunstenaars, voor een heel speciale doelgroep dus. Moeten we nadenken over speciale zorgvormen voor schrijvers, timmerlieden, politieagenten? Ik heb geen idee of het zou kunnen werken, het zou wel recht doen aan de marketinggedachte dat je je altijd op een specifieke doelgroep moet richten, omdat je anders niemand bereikt.

Zo gaat de discussie op en neer, met zinnige en soms ook minder zinnige dingen, veel preken voor eigen parochie, en zo is het onduidelijk of de VGZ nu informatie komt halen of informatie komt brengen. Ik kan het voor mezelf niet bepalen. Maar misschien is zowel informatie halen als brengen wel de definitie van een goed debat. En de mensen die ik als VGZ-mensen herken, lijken in elk geval goed te luisteren. Dat is in elk geval zeker een element van een goed debat, simpelweg luisteren, weten wat die ander eigenlijk zegt.

Op het eind komt de VGZ zelf toch aan bod in de vorm van de personen die verantwoordelijk zijn voor de zorginkoop van de ouderenzorg. Hebben ze iets gehoord waarmee ze echt wat gaan doen?

‘Ja, die bekostiging is natuurlijk wel een dingetje, en meer lef dat zou goed zijn en blijkbaar zijn we ook wel een beetje arrogant als we zomaar plannen van tafel vegen.’

Zo was er veel om over na te denken. Maar een gedachte blijft maar door mijn hoofd spelen. ‘Het gaat altijd over geld’, is in de loop van de avond regelmatig gezegd. En dat is misschien goed of misschien slecht, maar het is nu eenmaal zo. En als (oud-)docent economie in de zorg vind ik het persoonlijk heel goed, dat het altijd óók over geld gaat. Want het geld moet ergens vandaan komen en het komt van ons allemaal, we betalen allemaal mee via premies en belastingen.  Aan de besteding van al dat geld mag de eis worden gesteld dat het zinvol wordt uitgegeven.  Zorgverzekeraars als de VGZ zijn juist hiervoor aangesteld; zij moeten de vraag naar het efficiënt en effectief besteden van overheidsgeld stellen.

Maar toch, geld is een middel, niet een doel op zichzelf. Het grote doel moet zijn om ervoor te zorgen dat je als oudere – ook al heb je zorg nodig – zelf je zaken nog regelt en dat kunt blijven doen zolang je kunt, op de manier die je zelf wilt. Zelf bepalen hoe laat je opstaat en of je wilt ontbijten of niet. Het doel is om autonomie te realiseren, zelfredzaamheid, dat soort dingen, toch? En er zijn ontzettend veel mogelijkheden om te bereiken dat ouderen zich op hun gemak en ‘thuis’ voelen, maar daarbij moet aan één voorwaarde wel steeds voldaan worden. En dat is dat die ouderen zelf recht wordt gedaan, dat er naar ze wordt geluisterd, dat ze serieus genomen worden. En dus zal goede zorg een zorg zijn die zo veel mogelijk aangepast is aan individuele wensen. En hierbij kan een doelgroepbenadering  misschien heel goed werken. One size fits all, dus dezelfde zorg voor iedereen, dat moet nu maar eens afgelopen zijn.

Er wordt nu al op veel plekken geëxperimenteerd, het wordt steeds herhaald op in het debat. Maar veel zaken komen blijkbaar niet van de grond bij gebrek aan geld. Is het niet tijd om de financiële bril die de VGZ toch vaak opzet eens te vervangen door een bril die de mogelijkheden  en kansen van experimenten ziet? Er is 2 miljard extra overheidsgeld beschikbaar, het moet mogelijk zijn eens een tijdje wat risico’s te nemen en te kijken wat er gebeurt. Of anders gezegd, geformuleerd in de termen van deze serie columns: misschien is het nu even tijd om de waarden als autonomie en zelfredzaamheid wat meer ruimte te geven en wat minder belang te hechten aan financiële waarden. Of dat veel gaat opleveren, weet ik niet. Maar het zou in elk geval wel van lef getuigen.

Gepubliceerd door Henny van Lienden

Henny van Lienden is auteur van boek Waardevolle zorg, kwaliteit en efficiency voor verpleegkundigen.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: