Een lange slanke vrouw stapt resoluut de spreekkamer in. Ze heeft blonde haren met twee streepjes rood erdoorheen en draagt een rode bril, is rood-wit gekleed tot aan rode pumps toe. Alles bij elkaar passend. Haar moeder vergezelt haar. Ze komt voor een re-excisie van een melanoom aan haar voet, waarbij de huid rond het litteken wordt weggehaald. Mevrouw is druk in doen en laten en praat snel. Ik voel dat ze een pantser om zich heen heeft en dat ze van dit gesprek weg wil.

Sociale steun

Ik doorloop wat vragen. Op de vraag of ze genoeg ondersteuning heeft, reageert ze fel. ‘Mijn broertje, dat is een nakomertje, als die eens normaal zou doen tegen mij. Hij heeft me verrot gescholden en me voor alles uitgemaakt. Daar lusten de honden geen brood van. Daar ben ik het meest door gekwetst. Hij verwijt me hoe ik leef na het overlijden van mijn man een paar maanden geleden. In een paar weken tijd was hij dood, hij had alvleesklierkanker. Je verwacht van je familie dat ze je ondersteunen, maar hij niet hoor. Mijn moeder is een lieverd. Tja mam, ik vind het niet fijn dat je dit moet horen, want jij kunt er ook niks aan doen, maar het is zo. Het vertrouwen ben ik verloren.  Wat is de zin van alles nog? Nou dan ga ik maar dood, dat is ook niet zo erg. Wel voor mijn twee jongens natuurlijk. Ach, we waren zo’n hecht gezin, maar alles is kapot.’

Allerlei emoties komen los. Ze huilt. Haar moeder is ook in tranen en schuift de doos met tissues door. Zij houdt wijselijk haar mond. Het verhaal gaat verder. ‘Ik woon alleen. Mijn kinderen wonen op zichzelf, maar zijn er wel voor me. Zij vinden mijn manier van leven wel oké. Ik heb veel vrienden van wie ik steun krijg en ik heb een afspraak bij een psycholoog hier in het ziekenhuis. Slapen lukt alleen met cannabis. Ik ben net weer aan het werk en vlieg van hot naar her, want ik zoek afleiding. Dat komt ook door mijn adhd. En nu dit melanoom weer. Ik voorvoel ellende. Dat is soms echt niet fijn hoor. Bij mijn man had ik ook al zo’n voorgevoel dat het mis was; ik dacht dat ik hem voor de zomer zou verliezen. Ook dat kwam uit. Ik weet dat ik mezelf verwaarloos. Koken deed mijn man altijd. Nu zou ik het zelf moeten doen, maar ik kan me er niet toe zetten om alleen te eten.’

Het leven na kanker

‘Ik besef nu pas wat het is als je kanker hebt en wat het met je doet’, gaat ze verder. ‘Ik was me daar bij mijn man niet zo van bewust. Heb ik me wel genoeg gerealiseerd wat het met hem deed? Er vallen meer mensen om me heen weg. Twee mensen die ook melanomen hadden.’ Ze heeft steun gehad aan de folder Leven na kanker en wil anders gaan leven na dit alles. Beter voor zichzelf zorgen, vertelt ze. ‘Maar waar moet ik het vertrouwen vandaan halen? Ik weet dat ik de regie niet meer heb en dat ik de controle moet loslaten, maar dat is zo moeilijk.’ Het is even stil. ‘Loslaten is soms niet het goede woord mevrouw’, zeg ik ten slotte. ‘In plaats daarvan zeg ik altijd: anders vasthouden.’

Bij het verlaten van de kamer aarzelt ze. Ze houdt mijn hand wat langer vast en zegt: ‘Anders vasthouden, dat onthoud ik. Het klinkt zoveel beter!’

Gepubliceerd door Margot Van Ark-Franken

Oncologieverpleegkundige werkzaam in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen. Een persoon die haar passie voor het prachtige vak verpleegkunde wil delen. Mensen wil inspireren en iets mee wil geven door praktijkervaringen te delen in de vorm van blogs. A new blogger is born.

2 Comments

  1. Wat is het toch bijzonder dat je in zo’n kort tijdsbestek zoveel voor een ander kan betekenen . Mooi!

    Beantwoorden

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: