In Nederland hebben we de zorg goed geregeld. Er is een basisverzekering voor iedereen, daarnaast kun je je voor allerlei zaken aanvullend verzekeren. De basisverzekering is overal gelijk en voor een aanvullende verzekering is er een grote diversiteit van aanbod en keuze zodat men zich redelijk op maat kan verzekeren tegen allerlei medische kosten. En ja, we hebben natuurlijk nog een eigen risico van een paar honderd euro per jaar. Mocht je inkomen niet al te hoog zijn dan kan je nog een zorgtoeslag aanvragen. Naast de kosten voor gezondheid geeft de gemiddelde (gezonde) Nederlander waarschijnlijk per jaar meer geld uit aan de vakantie of aan de auto dan aan de zorg.

De inkoop is money driven
Tot dusverre gaan er geen alarmbellen rinkelen en tóch moet het anders in de zorg. In overleg met de zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeentes wordt voornamelijk gesproken over prijzen, indexaties, kortingen en package-deals. Daarnaast zijn ontzettend veel medewerkers van zorginstellingen, verzekeraars en gemeentes elk jaar weer bezig met het bespreken van de zorginkoop. Er is dan nog geen minuut zorg verleend. De zorginkoop is geld- en niet inhoudgedreven.

De overheid en NZa trappen af
Het hele proces van de zorginkoop start bij de politiek, zij stellen jaarlijks de budgetten voor de zorg vast. In de miljoenennota van 2017 is 75,4 miljard euro gereserveerd voor de zorg, dit wordt dan nog gesplitst in medische zorg, zorgverzekeringswet, jeugdzorg, WMO en WLZ. Hierna komt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in beeld. De NZa stelt tarieven en behandelomschrijvingen vast in de zorg. De NZa bepaalt welke zorgaanbieders rekeningen mogen indienen en wat de zorg maximaal mag kosten.

Het inkoopproces in het kort
In het voorjaar gaat iedere zorgverzekeraar het inkoopbeleid voor het nieuwe jaar vaststellen. Sommigen werken met elkaar samen voor de inkoop van de zorg onder een bepaald label en andere verzekeraars zijn onderdeel van een grotere partij. Die partijen kunnen zo wel uit tien verschillende zorgverzekeraars bestaan die allemaal onder een andere naam proberen klanten te werven. Het inkoopbeleid dat zij opstellen bestaat soms uit wel twintig verschillende documenten per verzekeraar. Daarin wordt de visie op de specifieke inkoop beschreven, maar ook doelstellingen voor de komende periode, doelgroepen, tarief en het contracteerproces. Ook dit contracteerproces bestaat uit tig stappen: beleid, vaststelling plafonds, onderhandeling en dan in november publicatie van het zorgaanbod.

Op basis van landelijke beleid stellen vervolgens de zorgkantoren in hun eigen regio het beleid vast. Sinds taken van de overheid zijn verplaatst naar de gemeentelijke overheid, kopen ook gemeentes in het kader van de WMO zorg in. Ook vanuit de gemeentes gelden weer verschillende inkoopkaders.

Tarieven en onderhandeling
Voor alle producten stelt de NZa maximale tarieven vast die betaald mogen worden door de verzekeraar. De ene verzekeraar biedt voor hetzelfde product 95% van de NZa max, de ander 94% en weer een ander nog minder of meer. Over de percentages wordt dan met zorgverzekeraars onderhandeld. Al met al leidt dit ertoe dat we met alle zorgverzekeraars voor dezelfde producten andere prijsafspraken hebben. Dit moet natuurlijk – ook ieder jaar weer – administratief verwerkt worden in de verschillende administraties en ICT-systemen.
Onderhandelingen met de gemeentes lopen vaak anders. Veelal wordt in overleg met alle aanbieders tegelijk (bestuurlijk aanbesteden) afspraken gemaakt over het traject en de prijzen. Deze afspraken worden later in individuele contracten verwoord. Dit alles leidt er voor organisaties toe, dat ze beschikken over een productcatalogus met honderden (misschien wel vijfhonderd) verschillende producten en verschillende prijzen.
Ieder jaar nadat alle onderhandelingen in het najaar weer zijn afgerond, worden alle producten en prijzen weer verwerkt in het systeem. En niet veel later start het hele circus weer opnieuw.

Het móet anders
Laten we met dit inkoopbeleid stoppen in Nederland, laten we het vooral veel eenvoudiger maken. Het geven van lumpsum of maandtarieven per cliënt zijn hier al voorbeelden van. Ik ben groot voorstander van één tarief bepaald door de NZa en de VNG waar iedereen het mee moet doen. Laten we er daarnaast vooral voor zorgen dat zoveel mogelijk geld daadwerkelijk bij de cliënt terecht komt: laten we al deze verkopers, inkopers, controllers en beleidsadviseurs omscholen tot zorgmedewerkers. Dan werken we meteen het nijpende personeelstekort in de zorg weg en krijgen cliënten de aandacht die ze verdienen.

Gepubliceerd door Vincent Bakx

Vincent is een de ervaren manager/adviseur die altijd alles doet vanuit het perspectief van een cliënt. De relatie met cliënt moet altijd voorop staan bij alles wat je doet.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: