Organisatie:Rivas, NAH-unit (Niet Aangeboren Hersenletsel), Revalidatie & Herstel Gorinchem
Naam:Bianca van Gameren (49)
Functie:zorgregisseur
Sinds:2015
Cliënten:10 cliënten revaliderend na een beroerte

Over zelfstandigheid, washandjes en slikproblemen

‘Een scheve mond, verwarde spraak en een verlamde arm zijn de meest voorkomende signalen van een beroerte. Scheve mond, verwarde spraak, verlamde arm. Mond, spraak, arm. Beroerte-alarm! Bel direct 112.’ Dit spotje van de Hartstichting hoorde ik vorig jaar regelmatig op de radio. Het werkte; door de herhaling van de boodschap onthield ik de drie signalen van een beroerte. Ik ging er desondanks vanuit dat ik er niet snel mee te maken zou krijgen. Maar vandaag is het anders. Bianca, zorgregisseur, nodigt me uit om mee te kijken ‘op onze supermooie unit’, waar mensen revalideren na een beroerte.

Zelfstandigheid

Ik leer vandaag de zorg vanuit een ander perspectief kennen. De behandelplannen zijn erop gericht de cliënten het maximale uit de revalidatie te laten halen, zodat ze zo spoedig mogelijk weer zelfstandig thuis kunnen wonen. Niet ontzorgen, maar stimuleren dus. Op weg naar zo groot mogelijk herstel. Bianca zoekt bij de behandelingen die ze uitvoert actief naar het omslagpunt tussen nodige begeleiding en ‘ontzorgen’. Dat is soms streng, erkent ze: ‘maar naderhand zijn de cliënten zo blij en trots dat ze het zelf leren en doen!’

Bianca kent iedere thuissituatie van iedere cliënt tot in detail. De ene cliënt laat ze zelf de kastdeur openen en kleding pakken. De andere reikt ze de hele outfit aan, ‘want thuis legt zijn vrouw ook altijd zijn kleding klaar. Dat hoeft hij hier dus niet te leren.’ Net als de afwas: de een leert een sopje te maken, de ander hoe de vaatwasser wordt gevuld. Net wat ze thuis in de keuken hebben.

Tellen

Op de eerste kamer zien we een vrolijke man. Hij lijkt het leuk te vinden om zoveel mogelijk zelf te proberen. Zijn lach is ontwapenend. Met wat hulp van Bianca lukt het hem te gaan zitten op bed. Ondanks zijn verlamde arm, die hij soms vergeet. Hij moet er steeds weer aan denken om zijn arm op te tillen en te verleggen. Zijn lichaam zit hem in de weg.
Op de rand van zijn bed krijgt hij een oefening van Bianca, volgens het behandelplan op zijn oefenkaart. Hardop tellen tot twintig. Bianca steekt haar vingers op, hij telt mee: ‘1, 2, 3, 4, uhm… 6…’. Na een paar pogingen is het hem gelukt en kijkt hij trots naar Bianca en mij. Hij heeft zin in de dag.

Washandje

Op de gang zet Bianca de pas er flink in; ik kan haar net bijhouden. Op de kamer bij de volgende cliënt heeft Bianca juist weer alle rust en aandacht. Ze schakelt snel tussen efficiëntie op de gang en rust bij de cliënten. Een oudere dame die ervoor kiest zich vandaag aan de wastafel te wassen in plaats van te douchen. Dat doet ze thuis ook regelmatig. De handelingen zijn niet alleen om schoon te worden, maar het is ook therapie. ‘Wat heb ik hier in mijn hand?’, vraagt Bianca aan mevrouw. ‘Een bezem’, reageert ze. ‘Nee, dit is om mee te wassen. Het is een washand.’ Bianca helpt de washand nat te maken en om haar hand te doen. Dat zijn nog lastige handelingen voor haar. ‘Was nu uw gezicht maar, mevrouw. Breng de washand maar naar uw gezicht. Om uw gezicht te wassen. De hand, naar uw gezicht’, herhaalt Bianca. Mevrouw kijkt stil voor zich uit, er gebeurt niets. We moeten wachten tot de hersenen het signaal aan de hand hebben gegeven. Bianca begeleidt de hand wat en zodra die het gezicht raakt, begint mevrouw haar gezicht routineus te wassen. Haar lichaam weet het weer. Ik krijg een trotse knipoog van Bianca en krijg een brok in mijn keel.

Als haar gezicht schoon en droog is, doet Bianca wat bodylotion op de hand van mevrouw: ‘smeer uw arm maar in’. Waarop de hand weer naar het gezicht beweegt. Bianca begeleidt haar voorzichtig naar de arm: ‘nee, de arm. Hier is uw arm. Smeer maar in’. De hersenen bleven hangen op de vorige handeling. Ik kijk er vol verbazing naar. En word vervolgens weer verrast. Want na het insmeren maakt mevrouw de wastafel, zonder instructie, droog met een handdoek: ‘dat zal ze haar hele leven al doen als ze klaar is met wassen. Dan is dit de routine voor haar hersenen. Dat vind ik zo mooi om te zien!’, glundert Bianca.

Hebbes

Ze helpt iedere cliënt actief na te denken door allerlei vragen te stellen: ‘heb je alles?’, ‘ja’ reageert de man die zijn eigen kleding moet pakken. ‘Kijk eens goed. Heb je ook je sokken gepakt?’, ‘eh, nee!’ grinnikt hij. Bianca legt daarop een paar sokken vooraan op de plank, terwijl de man zijn hand probeert te sturen. Zijn lichaam moet weer wennen aan die handeling. Langzaam komt de hand in beweging, draait wat ongecontroleerde cirkels voor de plank en dan: ‘hebbes!’. Ik zie een lach van oor tot oor. Heeft hij maar mooi zelf gedaan.

Kegels

Later die middag zien we die vrolijke meneer weer in de Salon. Bianca geeft hem grote kegels om zijn grove motoriek te trainen. Opstapelen en weer uit elkaar halen. Het gaat hem behoorlijk goed af. Aan tafel zie ik anderen ook bezig met hun therapie. Er liggen zelfs kleine strijkkralen. Daardoor besef ik dat deze optimistische man eigenlijk nog wel een weg te gaan heeft.

De positief stimulerende begeleiding van Bianca doet me bijna vergeten dat deze cliënten tot voor kort een normaal leven leidden. En van het ene op het andere moment werden getroffen door een beroerte. Vaak komen ze vanuit het naastgelegen Beatrixziekenhuis op de unit bij Bianca. Het zorgt voor nauw contact met de afdeling Neurologie. Dat geldt ook voor de samenwerking met de psycholoog, ergotherapeut, fysiotherapeut, diëtist en logopedist. De laatste helpt mensen onder andere bij hun slikproblemen. Slikproblemen blijken een bekend gevolg te zijn na een beroerte. De bordjes waren me al opgevallen op de kamers en in de Salon: ‘geen eten en drinken aanbieden zonder overleg met het zorgpersoneel’.

De rest van de middag vult zich met rapporteren, printerproblemen en natuurlijk het helpen van cliënten waar nodig. Aan het eind van de dienst verzamelt het hele team zich in het kantoortje. Mooie momenten van de dienst worden uitgewisseld, informatie wordt overgedragen aan de volgende dienst. Bianca heeft me niets te veel beloofd. Inderdaad: ze werkt echt op een supermooie unit.

Dit blog is met de grootste zorgvuldigheid geschreven door Eveline Bouwman en ter akkoord voorgelegd aan Bianca van Gameren. Alle genoemde en afgebeelde personen zijn met toestemming. Bij deze wil ik Bianca, haar collega’s en de cliënten van Rivas, nogmaals hartelijk bedanken voor hun gastvrijheid.

Wil je reageren op het verhaal? Laat dan je reactie onderaan de pagina achter, of neem contact op met Eveline.


En dan nog dit…

Beroerte (CVA)

Een beroerte is de verzamelnaam voor een TIA, herseninfarct en hersenbloeding. De medische term is Cerebrovasculair Accident (CVA). Dit betekent letterlijk een ‘ongeluk van de bloedvaten van de hersenen’: er gaat iets mis met de bloedvoorziening naar de hersenen. Hierdoor krijgt een deel van die hersenen te weinig zuurstof. Met het gevolg dat hersencellen in dit gebied kunnen afsterven en hersenfuncties uitvallen. Er zijn in de periode ervoor geen duidelijke waarschuwingssignalen. De drie meest voorkomende signalen zijn: een scheve mond, verwarde spraak of een verlamde arm. Bij een beroerte is een snelle behandeling van levensbelang. Elke dag krijgen in Nederland ongeveer 125 mensen een beroerte. Bijna driekwart van hen is ouder dan 65 jaar.

Project ‘Werkgeluk in de Zorg’

Eveline Bouwman is eigenaar van Factor G, organisatiepsycholoog en werkgelukdeskundige. Ze nam het initiatief voor ‘Werkgeluk in de Zorg’, om met eigen ogen te zien waarom het zo gaaf is te werken in de zorg. Waarvoor al die professionals iedere dag hun bed uit komen en waar zij betekenis uit halen. Haar ervaringen deelt Eveline in blogs. Om te laten zien dat werken in de zorg niet alleen maar gaat over capaciteitsgebrek en rapporteren.

Gepubliceerd door Eveline Bouwman

Eveline is werkgelukdeskundige, organisatiepsycholoog en eigenaar van Factor G. Met haar onderneming versterkt ze werkgeluk binnen (zorg)organisaties. Dit doet zij door middel van coaching, trainingen en verandermanagement zoals het aanleren van een waarderende leiderschapsstijl. Eveline ontwikkelde het ABCDE-model met de vijf factoren voor werkgeluk. Dit model wordt gemeten in het gevalideerde werkgelukonderzoek van Factor G. In 2019 loopt zij voor haar project 'Werkgeluk in de Zorg' regelmatig mee in de zorg om te zien waar zorgprofessionals gelukkig van worden in hun werk. Haar ervaringen schrijft zij in een blog, die zij publiceert op Zorgcommunity.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: