Zondag 20 januari 2019, het was een mooie warme winterdag in januari toen ik ongelukkig viel van de keukentrap.

Deze val gaf een bijzonder beeld van mijn onderarm. Dit was niet goed. Ongelofelijk, ik had nog nooit zoveel pijn gehad. In het ziekenhuis, waar ik volgens de regels eerst naar de huisartsenpost moest, zagen ze wel meteen door de standsafwijkingen in mijn onderarm en de hoeveelheid pijn die ik had dat dit werk voor de spoedeisende hulp was. Een foto bracht aan het licht dat mijn spaakbeen complex gebroken was en de ellepijp ontwricht in de pols. In medische vaktermen: een galeazzi factuur in 1934 voor het eerst beschreven door de Italiaanse chirurg Ricardo Galeazzi.

De medische molen in

Een aardige jonge SEH-arts bracht het ‘goede’ nieuws en ging overleggen met de dienstdoende chirurg wanneer ik geopereerd zou kunnen worden. Woensdag was de eerste mogelijkheid en maandag zou ik eerst nog op de poli bij de chirurg moeten komen. De SEH-arts gaf mij een roesje en ketamine om de breuk en de ontwrichting enigszins te corrigeren, waarna ik met gips tot in mijn oksel naar huis mocht.

De dag erna ging ik terug naar de poli om met de chirurg de boel te bespreken. Er werd duidelijk verteld wat me te wachten stond (er kwam permanent een plaat in mijn onderarm en tijdelijk pinnen tussen de twee botten) en ook wat de verwachtingen rondom het herstel zouden zijn.

Woensdagochtend ging ik dus weer terug naar het ziekenhuis en terwijl ik wachtte bij de pre-operatieve screening kwam de dokter voorbij die ik maandag gesproken had. Hij sprak me aan en wenste me succes met de operatie en ging zelf weer verder met zijn eigen werkzaamheden. Hierna volgde mijn operatie.

De operatie

Ik koos ervoor om alleen een plexusblok te krijgen, zodat mijn arm volledig verdoofd zou zijn, maar ik wel bij kennis de operatie kon volgen. Dat vond ik interessant. Nadat de verdoving voor mijn arm werd ingespoten, werd mijn arm langzaam slap en lam. Vervolgens werd ik naar de o.k. gebracht. Tijdens de operatie stond de hele tijd naast mij een anesthesie-assistente. Ook kon ik meekijken op een monitor en hoorde de chirurgen met elkaar praten onder andere over de ‘puinhoop’ in mijn spaakbeen.

Na de o.k. mocht ik naar een tijdelijke verblijfafdeling en enkele uren later naar huis met een controleafspraak op de poli, bij de chirurg die mij had geopereerd.
De controles op de poli werden in principe gedaan door de arts-assistenten, bijna elke keer een andere, maar elke keer als ik er was liet ook de eindverantwoordelijke chirurg even zijn gezicht zien en maakte een praatje. Hij stond ook open voor alternatieven waar ik mee aankwam, zoals het tijdelijk aanschaffen van een dynamische spalk om de bewegelijkheid in de pols te verbeteren. Hij kende deze mogelijkheid nog niet en bij een volgende controle had ik hem uitgebreid verteld en laten zien hoe de brace werkt en hoe die bijdraagt aan het verbeteren van de bewegelijkheid in mijn pols. Ik begreep van de leverancier dat ze later ook voor meer patiënten bij deze dokter een brace hebben mogen aanmeten. Leuk, ook ik heb dus een beetje bijgedragen aan het verbeteren van de patiëntenzorg.

Mijn laatste controle was eind juli. Het ging eigenlijk allemaal best goed met mijn arm, ik gebruikte en belastte de arm volledig. Ik overwoog zelfs om de laatste afspraak af te bellen, maar deed dat toch maar niet. Tijdens de laatste afspraak bij de arts-assistent werd er ook nog een foto genomen. Nadat ik terugkwam van de röntgen, zag ik mijn behandelende chirurg en de arts-assistent zitten. Mijn eerste gedachte was dat de specialist even afscheid van mij wilde nemen. Het bleek echter dat de breuk, ondanks de plaat en de pinnen die ik in mijn arm had, niet goed genezen was. Het was niet goed aan elkaar gegroeid en het voorstel was om binnen een paar weken botcellen uit mijn onderbeen te implanteren in mijn arm, om zo alsnog de groei van nieuw bot te stimuleren. Met een hand op mijn schouder van de dokter werd alles uitgelegd en ik werd geëmotioneerd door de manier waarop ik werd benaderd.

Mijn ervaring

Ik werk al lang in de zorg als adviseur, trainer en coach om zorgorganisaties te helpen om de relatie met hun cliënten of patiënten te verbeteren. Laat je als zorgverlener niet leiden door regels, procedures en systemen, maar vertrek steeds vanuit ‘de bedoeling’: de relatie tussen de zorgverlener en zijn cliënt of patiënt. Een mooier voorbeeld uit de praktijk dan mijn ervaringen kan ik niet geven.

Een dokter die zijn menselijke kant laat zien is essentieel voor een goede patiënt-arts relatie. Natuurlijk is professioneel handelen van groot belang, maar dit kan dus ook door betrokken en persoonlijk te zijn. Of is dit juist ook een vast onderdeel van het professionele handelen van een zorgverlener? Het tonen van betrokkenheid en persoonlijk contact draagt zeker bij aan het vertrouwen wat van belang is voor het genezingsproces van een patiënt. Ik weet het, er is steeds minder tijd voor zorgverleners, maar het geven van oprechte aandacht kost echt geen extra tijd. Empathische ‘snijdende specialisten’ die ook vakbekwaam zijn, ze zijn er echt! Dank je wel Catharina Ziekenhuis in Eindhoven voor de uitmuntende zorg en ondersteuning. Ik gun alle zorgverleners de kwaliteiten van deze ene dokter uit Eindhoven.

Gepubliceerd door Vincent Bakx

Vincent is een de ervaren manager/adviseur die altijd alles doet vanuit het perspectief van een cliënt. De relatie met cliënt moet altijd voorop staan bij alles wat je doet.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: