Waar kom ik mijn bed voor uit en wanneer ga ik gelukkig en tevreden naar huis als ik de deur van de woonzorglocatie waar ik werk, achter mij dicht doe? Dat kan ik het beste illustreren met een praktijkvoorbeeld.

Fijn moment bezorgen

Als mensen dementeren en niet goed duidelijk kunnen maken wat ze wel en niet willen en wat ze wel en niet fijn meer vinden, is het belangrijk dat je goed let op bijvoorbeeld lichaamstaal om te kunnen peilen of je de juiste dingen doet. Soms komen familieleden ook wel met de vraag: ‘Heeft het voor mijn moeder nog wel zin dat ik langskom als ze het vlak daarna alweer vergeten is?’ Mijn antwoord op die vraag is dan dat je het nooit zeker weet, maar dat je iemand wel een fijn moment bezorgt. En als iemand veel fijne momenten in zijn leven heeft, kan het niet anders dan dat dat gunstig is voor de kwaliteit van leven. Daar gaat het tenslotte om. Dankbaarheid in directe vorm hoef je als verzorgende ook niet te verwachten. Daar doe je het ook niet voor. Maar waar doe je het dan wel voor?

Van intelligente dame tot dementerende schim

Mevrouw de Vries was een intelligente dame. In haar werkzame leven heeft zij veel verantwoordelijk redactioneel werk verricht bij een prominente uitgeverij van onder meer agenda’s. Zij en haar man hebben veel gereisd, waren cultureel zeer goed onderlegd en in het appartement hingen prachtige aquarellen van bloemen van de hand van mevrouw zelf. Toen ik mevrouw leerde kennen was ze al zwaar dementerend en vermoedelijk een schim van de wereldse vrouw die ze ooit moet zijn geweest. Praten deed ze nog amper en zeker niet verstaanbaar, dat leek ze verleerd.

Oogcontact als enige lijntje

De dementie was er ook de oorzaak van dat het leek alsof ze niet meer wist hoe ze haar handen en voeten moest gebruiken. Hierdoor was het op een gegeven moment onvermijdelijk dat mevrouw permanent in een rolstoel belandde en niet meer zelfstandig kon eten en drinken. Oogcontact maken kon mevrouw nog heel goed. Zo kon ze kenbaar maken dat ze ondanks het verlies van deze functies, er nog echt wel ‘was’. Wat mevrouw wel en niet prettig vond kon ze nog een klein beetje duidelijk maken. Maar het blijft in zo’n geval natuurlijk gissen of je iets wel of niet goed doet naar iemands zin.

Op haar kamer stond een foto van een mooie knappe vrouw, een filmster uit de jaren 50? Nee, een jeugdfoto van haar zelf. Soms, als ik niet meer wist hoe ik contact moest maken met mevrouw, hielp het mij om deze persoon in gedachten te nemen. De vrouw die zij ooit was en die ergens diep verscholen in de oude mevrouw de Vries nog deels aanwezig moest zijn.

Wereldse vrouw

Zo ook die ochtend dat ik haar bezocht op haar appartement met uitzicht op de bloementuin. Ze zat naar buiten te kijken in haar rolstoel. Ik begroette haar, zei dat ik kwam koffie drinken met haar en de krant ging voorlezen. Niet dat iemand er nog enig idee van had of ze geïnteresseerd was in de krant, maar de jonge wereldse vrouw indachtig, wilde ik gewoon de dingen met haar doen die ze zelf ook altijd had gedaan. Rustig zaten we op het appartement en terwijl ik haar af en toe een slokje koffie gaf, las ik haar de hoofdlijnen van het nieuws voor. Ik kon zo nu en dan oogcontact met haar maken en mevrouw leek te genieten van de koffie.

Daar doe ik het voor

Na ongeveer een half uurtje stond ik op, wenste haar een goede dag en beloofde dat ik haar voor de lunch zou komen ophalen. Ik draaide me om, stond op de drempel van haar appartement en tot mijn grote verbazing zei ze totaal onverwacht, heel helder en verstaanbaar waarvan, niemand meer vermoedde dat ze dat nog kon: ‘Je bent een goeie!’ Daar doe ik het voor.

Judith Röttjers, coördinator welzijn Villa Molenenk.

Gepubliceerd door Judith Röttjers

Coördinator activiteitenbegeleiding: Mijn stokpaardjes zijn: belevingsgerichte zorg en zelfbeschikking van ouderen. Voorzitter ondernemingsraad van Domus Magnus.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: