Onder het motto ‘beter binnen bereik’ biedt GGZ Rivierduinen geestelijke gezondheidszorg aan de inwoners van het noorden en midden van Zuid-Holland. De organisatie biedt de zorg die het beste past bij de situatie van de cliënt: op de poli bij GGZ Rivierduinen, thuis bij de cliënt of in een van de opnameklinieken. Carla Overkamp is hier directeur Algemene Zaken.

Wat zijn op het ogenblik de belangrijkste onderwerpen die in de sector spelen?

Binnen de psychiatrie voor ouderen speelt een aantal thema’s. Deze hebben voor een deel te maken met de complexiteit van de problematiek, die bestaat uit een combinatie van somatiek en psychiatrie. Hierdoor is het vaak niet duidelijk welke setting het beste voor de cliënt is. Daarnaast is het voor veel mensen onduidelijk waar de GGZ wel en niet kan helpen en is het vaak acute karakter van de problematiek ook een punt van aandacht.

Een eerste thema waar de ketenpartners zich over gebogen hebben, is de vraag waar de oudere met acute problematiek waarvan het diagnostisch beeld niet helder is, moet worden gediagnostiseerd: in het verpleeghuis, het ziekenhuis of op een psychiatrische instelling. Een tussenoplossing waarin de expertise van alle betrokken organisaties te vinden is, zou hier een antwoord op kunnen zijn. Een dergelijke tussenoplossing zou minder gebruikt hoeven te worden als ouderen al gezien worden voor ze in crisis zijn. Om ouderen eerder te zien moet meer aandacht komen voor casefinding en vroegdetectie om de grote toename in vraag in de toekomst aan te kunnen.

Los hiervan bestaat een toenemende druk op de psychiatrie door de combinatie van dementie en ernstige gedragsproblemen. De vraag is hierbij telkens welke klinische setting het beste is voor de cliënt en wat de psychiatrie kan bijdragen aan het oplossen van de gedragsproblematiek in het verpleeghuis.

Veel heeft te maken met het delen van kennis: de noodzaak om kennis zoveel mogelijk tussen somatiek en psychiatrie over en weer te delen, door het netwerk en de wijk in te gaan en bijvoorbeeld vrijwilligers te trainen en te scholen in het herkennen van psychiatrische beelden. Dit maakt de eerder genoemde casefinding en vroegdetectie mogelijk, waardoor de oudere eerder kan worden geholpen en sneller bij de juiste organisatie aanklopt. Om dit te bevorderen is een van de prioriteiten van Rivierduinen de kennis zoveel mogelijk bij andere organisaties terecht te laten komen.

In het verlengde daarvan is het zaak om goed aan te geven waar de GGZ nu precies voor staat. Hiervoor is een goede positionering en profilering van de GGZ noodzakelijk. Deze ontbreekt nu deels en dat leidt tot onduidelijkheden, fricties en inefficiënties binnen het gehele systeem.

De vraag is verder hoe de capaciteit van het ziekenhuis en Rivierduinen gezamenlijk in te zetten, zeker omdat in toenemende mate sprake is van een combinatie van somatiek en psychiatrie. Hier moeten tussen beide partijen afspraken over worden gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van ouderenafdelingen in een ziekenhuis, waar psychiatrische zorg wordt geboden.

Hoe zou je de positie van jouw organisatie in de sector willen omschrijven?

Rivierduinen is een grote speler in de psychiatrie en een kleine speler in de ouderenzorgketen, die bereid is om op het terrein van ouderen zijn nek uit te steken. Dit doen we door zaken praktisch op te pakken, mensen rond de tafel te krijgen en samen te werken met als basishouding samen het probleem te willen oplossen.

Welke aansprekende innovaties hebben de afgelopen periode gespeeld?

In het verlengde van wat we hiervoor besproken, zijn de afgelopen periode veel sociale innovaties ontstaan op het gebied van het samenwerken binnen netwerken. Er is samen met de diverse partners gewerkt aan een visie op samenwerking waardoor Rivierduinen een heldere positie in het speelveld heeft gekregen. Het samenwerken met anderen heeft niet geleid tot verdamping van de organisatie. Psychiatrie is en blijft een vak; om de kennis en kunde op peil te houden is een organisatie als Rivierduinen nodig. Dit vereist wel dat Rivierduinen een verdieping van de kennis biedt aan professionals, noodzakelijk om hen te binden en te boeien.

Welke leerpunten hebben deze innovaties opgeleverd?

De leerpunten van de afgelopen periode laten zich als volgt samenvatten:

  • Je moet gewoon aan de gang gaan met samenwerking.
  • Je moet niet werken met een uitgewerkt plan van aanpak, maar telkens pragmatisch kijken naar de volgende stap die nodig is. Binnen een netwerk werken klassieke planningsmodellen niet.
  • Een gezamenlijke visie is van belang om richting aan de stappen te kunnen geven.
  • Een goede methode om verder met samenwerking te komen, is het pitchen van oplossingen in de verschillende regionale netwerken. Hiermee wordt ook kennis en ervaring tussen de verschillende netwerken overgedragen.
  • Je moet de lokale netwerksituatie als uitgangspunt nemen: je kan er niet van uitgaan dat datgene wat in de ene regio werkt ook in de andere regio zal werken, omdat de samenstelling van de lokale netwerken verschilt.
  • Hoe netwerken in de praktijk werken is afhankelijk van de leden van de betrokken organisaties: verschillen in werkwijze in de keten van een min of meer gelijk netwerk kunnen andere vragen en dus ook een ander aanbod van de eigen organisatie opleveren.

Welke kennis zou jouw organisatie graag willen delen?

Kennisdelen binnen de eigen organisatie en binnen de netwerken is van groot belang om een eenduidige wijze van werken te krijgen, bijvoorbeeld op het terrein van consultatie. Door kennis over te dragen, weten de partners binnen het netwerk wat ze wel en niet kunnen verwachten. Op deze wijze sluiten de activiteiten van de verschillende partners binnen de keten beter op elkaar aan.

Wat vind je de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst?

De uitdaging voor de toekomst is het realiseren wat we gezamenlijk in gang hebben gezet, met als zichtbare resultaten:

  • de tussenoplossing;
  • casefinding en vroegdetectie;
  • klinische bedden in het algemeen ziekenhuis;
  • en helder hebben wat Rivierduinen voor de combinatie dementie en gedragsproblemen kan betekenen.

Meer specifiek houdt dit het volgende in:

  • Verpleeghuis, ziekenhuis en Rivierduinen werken in de tussenoplossing samen aan diagnostiek en behandeling van ouderen met psychiatrische problematiek.
  • Er zijn oriënterende gesprekken met ziekenhuizen over de realisatie van klinische bedden van GGZ Rivierduinen in algemene ziekenhuizen voor ouderen met somatische en psychiatrische problematiek.
  • De netwerkpartners weten wanneer ze een beroep op Rivierduinen kunnen doen op het gebied van dementie en gedragsproblemen.
  • De consultatie naar de VVT-sector en de huisarts is zo ingericht dat Rivierduinen op al hun vragen kan inspelen.
  • Er is een actieve rol voor casefinding in de verschillende netwerken.
  • De medewerkers zijn trots op hun werk.

Gepubliceerd door Jaap Jan Brouwer

Jaap Jan Brouwer is strategie- en innovatiedeskundige, en medeoprichter van het platform Koplopers in de Zorg. Met de reeks de Koplopers Top 50 wil het platform een beeld schetsen van de belangrijkste thema’s in de zorg en de wijze waarop bestuurders daarop inspelen. Bent u bestuurder en wilt u hierover vertellen, neem dan contact op met het secretariaat: [email protected].

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: