In de top drie van ergernissen in de zorg staat vast en zeker gehospitaliseerde collega’s. Ik kende de term gehospitaliseerd alleen als uitdrukking die werd gebruikt voor cliënten. Dan wordt er bedoeld dat cliënten zich erg afhankelijk opstellen en weinig initiatief tonen. Tegenwoordig gebruikt men de uitdrukking vooral om een bepaalde categorie zorgmensen mee aan te duiden. En inderdaad, het is niet positief bedoeld.

Zo doen we dat hier altijd

Het gaat dan om het type zorgverlener dat vaak al lang in de zorg werkt, de zorg verleent volgens vaste patronen en weinig flexibel is. Iedereen heeft wel zo’n collega en soms wel meer dan een. Iedere verandering weten ze vakkundig tegen te gaan: dat hebben we al eens  geprobeerd en dat werkt hier niet, of, dat past niet bij onze doelgroep, of het meest gebuikte argument: daar hebben we geen tijd voor. En het werkt. Of je wilt of niet, je voelt het enthousiasme verdwijnen en je druipt teleurgesteld af.

Aan de ander kant is het best handig om minstens één gehospitaliseerde collega in je team te hebben. Dit zijn vaak degenen die de geschiedenis van de afdeling heel goed kennen. Die goed weten met welke protocollen er moet worden gewerkt, en wat er in het verleden met succes of juist niet is ingevoerd.

Omgaan met je gehospitaliseerde collega

Wanneer je iets wil veranderen op je afdeling dan is het dus zaak om ervoor te zorgen dat je je gehospitaliseerde collega als medestander hebt. Hoe je dat doet?

  1. Geef je collega’s de mogelijkheid om mee te praten en denken over de verandering die je wilt. In een zo vroeg mogelijk stadium.
  2. Besteed aandacht aan eventuele tegenwerpingen en neem deze serieus.
  3. Beschrijf hoe je het voor je ziet wanneer de verandering is doorgevoerd.
  4. Sta open voor hun suggesties, deze betekenen dat ze bereid zijn met je mee te denken en te veranderen.

Tot slot een mooi voorbeeld van het doorbreken van hospitalisatie van zowel de zorgvragers als de zorgverleners.

Warme maaltijd

Voor haar opleiding moet Inge een kwaliteitsverbeterplan maken voor haar cliënten. Inge werkt al 30 jaar op dezelfde afdeling en is iemand die van zichzelf zegt dat ze best wel een beetje gehospitaliseerd is. Dat weerhield haar er echter niet van om met een geweldig doorbraak te komen op haar afdeling.

Hoe het was

De warme maaltijd werd ’s middags in grote schalen
gebracht. De zorgverleners schepten de porties op de borden van de cliënten, iedereen ongeveer evenveel, eerlijk verdeeld. En de jus lekker over het hele bord. De borden die leeg waren werden alvast weggehaald, mensen die klaar waren werden alvast naar hun kamer gebracht. Het was een drukte van belang. Wanneer iedereen al weg was zat mevrouw Veenstra nog altijd in haar eentje aan tafel, omdat ze zo langzaam at.

Inge ging in gesprek met de bewoners, met haar leidinggevende en met de voedingsassistenten. Het plan dat daaruit voortkwam kreeg veel bijval maar ook veel weerstand. Zowel van de gehospitaliseerde zorgvragers, (‘ik moet op tijd naar mijn kamer’) als van de gehospitaliseerde zorggevers (‘Daar hebben we toch geen tijd voor!’). Inge nam de tijd om met iedereen die er zorgen over had te praten, ze legde haar plan voor tijdens het teamoverleg en het voorstel was om het in ieder geval een maand te proberen.

Hoe is het nu?

Voor de warme maaltijd wordt een uur uitgetrokken en deze begint en eindigt gezamenlijk. Het eten wordt in schalen geserveerd, de cliënten scheppen zelf op én bepalen zelf hoeveel en waar jus komt te liggen. Kleine genoegens met grote gevolgen.

Er is rust. De cliënten eten meer en beter. De maaltijd is weer een sociaal gebeuren en de tijdsdruk die voorheen werd ervaren is verdwenen. De bewoners willen niet meteen weg omdat het aan tafel ook gezellig is. En mevrouw Veenstra? Die eet nog steeds langzaam en schept wel twee keer op!

Gepubliceerd door Gerda Hammink

Trainer en coach bij veranderingsprocessen. Dat doet ze al meer dan 20 jaar. Haar kracht is het gemak waarmee ze contact maakt. Humor, enthousiasme en openheid zijn daarbij de kernwoorden.

Helemaal (niet) mee eens of heb je een vraag? Laat een reactie achter: